Overmatig zweten of hyperhidrosis komt voor bij ongeveer 1% van de bevolking. Het ontstaat meestal tussen het 10e en 30e levensjaar. De oorzaak hiervan is moeilijk te verklaren. Het gaat hier om een natuurlijke excessieve zweetproductie. De ernst van transpireren verschilt erg per persoon. Er kan een verstoring zijn in de balans van het zenuwstelsel dat zich bezighoudt met het reguleren van warmte afgifte, maar het komt ook voor bij medicatie of ziekten.
Overmatig zweten kan leiden tot vervelende situaties bij sociale gelegenheden. Een botox behandeling tegen transpiratie biedt uitkomst. De behandeling is zeer effectief in het tegengaan van overmatig zweten onder de oksels en andere lichaamsgebieden. Deze injectable behandeling met Botuline toxine blokkeert de werking van zenuwen de de zweetklieren prikkelen. Hierdoor wordt voorkomen dat de klieren zweet produceren.
Botuline toxine is veilig. Het is een geregistreerd geneesmiddel. Dat wil zeggen dat er jarenlang onderzoek naar is verricht voordat het gebruikt mocht worden. Er zijn geen bijwerkingen bekend van het gebruik van botox bij anti-transpiratie behandelingen.
Het merendeel van de anti-transpiratie behandelingen met botox vindt plaats bij de oksels (axillaire hyperhidrosis). Beide oksels worden behandeld. U krijgt 20-30 prikjes per oksel. Dit wordt doorgaans niet als pijnlijk ervaren, maar er kan gebruik worden gemaakt van een lokale verdovingscrème. Anti-transpiratie behandeling van andere lichaamsgebieden kan wel wat pijnlijker zijn.
De anti-transpiratie behandeling duurt ongeveer 20 minuten, en u kunt uw dagelijkse activiteiten direct na afloop hervatten. Na ongeveer twee dagen merkt u dat de transpiratie in de oksels afneemt. Na ongeveer twee weken wordt het zweten maximaal gereduceerd. Na de behandeling heeft u 4-6 maanden geen last meer van overmatig zweten. Bij een vervolgbehandeling houdt het effect langer aan.
Mocht het resultaat twee weken na behandeling nog niet helemaal optimaal zijn, kan gebruik worden gemaakt van de jodium-zetmeel proef die aantoont welke klieren nog overactief zijn, en kan er nabehandeld worden.